- Waar
gaat het verhaal over?
Willie Wonka is de grootste
uitvinder en fabrikant van chocolade en ander lekkers. Hij heeft om vijf
willekeurige repen een gouden wikkel gedaan. De vinders mogen de fabriek
bezichtigen. De eerste vier winnaars zijn allemaal onhebbelijke kinderen.
Tijdens de rondgang krijgen zij een bedrijfsongeval dat aan hen zelf te wijten
is. De laatste wikkel is gevonden door Sjakie Stevens. De familie Stevens is zo
arm dat ze echt honger lijden. Maar ze zijn heel enthousiast over de fabriek.
Samen met opa Jacob beleeft Sjakie de heerlijkste dag van zijn leven. Het
verhaal blijft uitnodigen tot lezen met veel dialoog, grappige tegenspraken,
woordspel binnen de liederen van de Oempe Loempa. De verbeelding wordt sterk
geprikkeld.
- Wie
zijn de protagonisten?
→ Sjakie (hoofdpersonage)
: arm, eet 1 keer in het jaar chocolade
→ Willy Wonka
(hoofdpersonage): baas van chocoladefabriek, geeft de rondleiding.
→ Opa Jakob
(nevenfiguur): volgt samen met Sjakie de rondleiding, koopt reep voor
kleinzoon.
→ Caspar Slok
(nevenfiguur): snoept en eet.
→ Veruca Peper
(nevenfiguur): verwend meisje
→ Violet Beauderest
(nevenfiguur): eet voortdurend kauwgom.
→ Joris Teevee
(nevenfiguur): verslaafd aan televisiekijken.
→ Oempa Loempa’s: werken in de chocoladefabriek in
ruil voor cacaobonen en een woonplaats in
de fabriek.
- Welke
thema’s komen aan bod?
Humor, avontuur.
- Wat
weet je over de auteur?
Auteur: Roald Dahl
was een Brits schrijver (1916 - 1990). Hij schreef boeken
voor zowel kinderen als
volwassenen.
Zijn schrijfstijl was bijzonder: de verhalen voor volwassenen zijn vaak bizar
en die voor kinderen grappig, vreemd, onvoorspelbaar, griezelig en af en toe
een beetje sadistisch. Zijn kinderboeken werden van tekeningen voorzien door
Quentin Blake. Ze werden in Nederland zowel door de Griffeljury als door de
Kinderjury verschillende malen bekroond. Zijn verhalen voor volwassenen waren
over het algemeen kort en vertoonden vaak een verrassende wending aan het eind.
De boeken Boy en Solo zijn autobiografisch.
- Onder
welke literaire stijl kan je dit boek plaatsen?
Fantasierijk,
kinderboek (leeftijd: ca. 10 jaar)
- Wat
is de tijdsgeest van het boek?
Het
verhaal is in het heden geschreven. Het zou zich dus nu op dit moment kunnen
afspelen.
- Zijn
er belangrijke scharniermomenten in het verhaal?
→ Sjakie’s
verjaardag: Hij krijgt een reep van zijn opa. Helaas zit daar geen gouden
ticket in. Hij vindt een tientje op straat en koopt daarmee nog een reep waar
het laatste ticket in zit.
→ Tijdens de
rondleiding in de chocoladefabriek vallen er steeds kinderen af, dit doordat ze
niet/ weinig luisteren naar Willy Wonka.
- Wat
typeert het verhaal heel sterk?
In het verhaal kom je terecht in de chocoladefabriek van Willy Wonka,
waarbij de hele fabriek is
opgebouwd uit eetbaar snoepgoed. In de fabriek zitten er ook
‘valkuilen’. Het boek is zeer
humoristisch. Het reƫle gegeven van een wedstrijd wordt in het boek op
een fantasievolle wijze
uitgewerkt. De kinderen krijgen een karaktertrek
mee waar de klemtoon op ligt. Sjakie, het hoofdpersonage is lief/ vriendelijk/
bescheiden en volgt de rondleiding dan ook tot op het einde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten